Vroeger was ik pas wijs! Overlopend van mensenkennis wist ik in één oogopslag wat ik aan mensen had. Op mijn werk, tijdens vakantie, de boodschappen en vooral gewoon op straat. Ik las mensen op spanning, lichaamshouding, gezichtsuitdrukking, klank, geur en wat al niet meer. In een fractie van een seconde zaten mensen in een comfortabel kistje. Dat kistje was stevig en niet zo makkelijk uit te kruipen. En weet je wat! Het klopte altijd! Ik had gelijk, punt.
Heel soms opende ik het kistje met grote omzichtigheid, om eens te kijken of mijn mensenkennis tekort was geschoten. Meestal stopte ik het mens er snel weer in want, zie nou wel! Ik had toch gelijk! Die degelijke mensenkennis kwam voort uit; hoe ik groot ben geworden, een opleiding en een tijdje werken in de geestelijke gezondheidszorg. Psychiatrische ziektebeelden, ik had ze bestudeerd, met mensen gewerkt en van dichtbij meegemaakt. Ik kende de wereld met zijn beperkte bewoners.
Omstandigheden zorgden ervoor dat ik, een deel, van mijn leven opnieuw moest uitvinden. Mijn onfeilbare menskunde werd door de hakselaar gehaald. Wat er toen over bleef zijn heel veel kleine stukjes. Zo veel stukjes, dat het ondoenlijk is om de puzzel weer in elkaar te zetten. Het zou niet eens passen omdat de puzzel bij voorbaat al niet klopte. Oordelen is een hardnekkige eigenschap. Wat mij helpt om mijn oordelen te tackelen is dit:
Ik waan me in een drukke winkelstraat. Mensen lopen in drommen om me heen. Wat zie ik? Alle mensen bestaan uit dezelfde onderdelen. Armen, benen, ogen, een hoofd enzovoort. Soms is er iets anders, dan is er iets meer of minder van iets, maar elk mens is samengesteld uit dezelfde onderdelen.
Nu reis ik in gedachten naar een havengebied waar duizenden zeecontainers staan opgeslagen. Wachtend om vervoerd te worden naar hun bestemming. Ze zien er allemaal hetzelfde uit. Ik ben altijd nieuwsgierig wat er in zit. Persoonlijke spullen, handelswaar, illegaal, legaal, veel of weinig? In elke container zit een verhaal. Je ziet niets aan de buitenkant. Je weet pas wat er in de container zit als je moeite doet om hem open te maken. Sommigen gaan makkelijk open, voor anderen heb je een sleutel nodig die je van de eigenaar kan ontvangen. Er zijn er ook bij met vastgeroeste deuren, die met veel beleid en geduld ontdaan kunnen worden van de erosie die het slot stroef heeft gemaakt. Sommigen kunnen echt niet open. Die blijven een mysterie en ook dat vind ik mooi.
Je begrijpt allang waar ik heen wil. Op deze manier help ik mezelf om zo vrij mogelijk te zijn van oordelen. Ik elke container zit een verhaal, in elk mens zit een verhaal. In ieder mens zit rijkdom, zelfs als het slot vastgeroest lijkt. Je weet niet waarom iemand doet wat hij of zij doet. Waarom iemand zegt, wat hij of zij zegt.
Daar komt nog bij; ‘Wat je zegt ben jezelf’. Dit krijgt pas echt betekenis als je het oordeel letterlijk op jezelf betrekt, oftewel een omdraaiing toepast. Oef! Die doet pijn. Ik zeg of denk:
‘Die man is een tijdbom’ wordt ‘Ik ben een tijdbom’
Wat een zeikerd is dat’ wordt ‘Wat een zeikerd ben ik’
‘Wat een waardeloze chauffeur’ wordt ‘Ik ben een waardeloze chauffeur’
‘Je bent niet wijs!’ wordt ‘Ik ben niet wijs!’
Alles wat ik vind, denk en voel over anderen zegt alles over mij. Het einde van verhaal is dat ik het grootste oordeel vel over…… mijzelf. Als je oordeelt lijkt het alsof je grip krijgt op de wereld. Het oogt als zekerheid, maar is een uitingsvorm van onzekerheid. Nog altijd zit het in me, maar minder hardnekkig. Fijn voor de ander, fijn voor mij.
Vroeger was ik wijs, nu ben ik nieuwsgierig.